Deze ochtend fietste ik langs de Merwede naar de Biesbosch. Zeker in deze tijd is het, afgezien van de vogelaars, heerlijk stil. Van de Biesbosch is de afgelopen jaren een mooi natuurgebied gemaakt, en ik kom er graag.
Ik help regelmatig een handje mee om het mooi te houden, door wat afval van de stranden mee te nemen. De rivier staat nog steeds laag, dus er is nog genoeg strand over waar van alles ligt; emmers, piepschuim, en soms zelfs vreemde dingen zoals een complete halterjurk (katoen, streepje), een opvouwbaar barbecue setje (inclusief spaan) of sterk verkleurde kinder schepjes (zo te zien uit de jaren '70).
Verder met de rit. Ik wil even stoppen bij de pont richting Dordrecht. Tot nu toe heb ik steeds met de wind pal op de neus gereden, maar op het moment dat ik afsla, krijgt de wind ineens vat op de schuimkap, die ik (natuurlijk) niet goed vast had gemaakt. De schuimkap slaat tegen m'n Lexan vizier, die (natuurlijk) ook niet goed vast zit. Natuurlijk rijd ik op dat moment over een brug, en natuurlijk verdwijnt mijn viziertje met een mooie boog in het donkere water. En zo doe ik weer een bijdrage aan de plasticsoep in de oceanen. Shit.
Ik maak dit weer een beetje goed door onderweg weer wat mee te nemen, en vind naast de standaard rotzooi zowaar iets opmerkelijks. Tussen de pas gesnoeide wortels van de braamstruiken langs het fietspad zie ik iets blauwigs en viezigs steken. Wat het moet voorstellen weet ik niet, maar het heeft in ieder geval zijn beste tijd gehad. Mee in de fiets dus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten