25 juli 2008

Zeeland


Dat ik ook wel eens geluk kan hebben met het plannen van een fietsdag heb ik afgelopen donderdag bewezen; het was stralend weer en lekker warm. Misschien wel iets te stralend, en iets te warm, maar daar hebben we het nu niet over. Al dagen van tevoren was ik bezig met het plannen van een route door Zeeland. Er liggen veel mooie strakke fietspaden die precies in de habitat van een Quest passen. Het Grote Plan was om naar de Oosterschelde dammen te rijden. Ik wist nog niet of mij dat qua tijd en conditie zou gaan lukken, maar ik zou het in ieder geval proberen.

Om kwart over zeven stapte ik de fiets in. Flink wat water mee, wat boterhammen, geld, telefoon en GPS. Mij kon niets gebeuren. Eerst richting Sliedrecht. Daarna de spoorbrug gepakt om de Merwede over te steken. Aan de zuidzijde passeer ik Dordrecht. Hier fiets ik door een prachtige polder die gelukkig nog niet is opgeslokt door een industrieterrein of VINEX woonwijkje. Via de Zeedijk met zijn mooie hoge bomen kom ik aan bij de Dortse Kil. Hier moet ik onderdoor via de Kiltunnel. Ik twijfel bij de ingang, nergens wordt aangegeven dat ik op een fietspad sta, mogelijk is het een service-strook en dender ik in de tunnel op een zandhoop of een matrixbord. Er staat een onsympathiek bordje bij de tunnel dat aangeeft dat ik er niet in mag. Geldt dat ook voor mij ? Ik zie een fietser de steile helling van de tunnel op ploeteren. Hm, dus toch een fietspad. Dat bordje geldt dan kennelijk voor automobilisten. Ik glijd de tunnel in en jakker er aan de andere kant weer uit. Dat gaat lekker. Via Maasdam en Oud- en Nieuw-Bijerland kom ik aan bij de pont over het Spui. Ik kom in gesprek met een ligfietser die ik onderweg al een keer gepasseerd was. Hij was eerder bij de pont aangekomen als ik, en dat kwam omdat ik een fietspad langs de weg over het hoofd had gezien. Dat gebeurt mij wel meer; door de lage zit is een beetje gras al voldoende om een flink fietspad aan het oog (en ook het mijne) te onttrekken.

Na de pont glijd ik de stille polders weer in. Veel wuivend koren en oude boerderijtjes. Na Hellevoetsluis ga ik via de eerste dam de Haringvliet over. Daarna duik ik direct een bosweggetje in dat mij naar Ouddorp leidt. Hier heb ik gelijk het gevoel dat ik in een attractiepark rijd. Alleen ben ik nu de attraktie; overal toeristen die mij met alle soorten van verbazing aanstaren. Ik heb alleen geen oog voor ze, want ik zoek een bakker. Mijn vriendin had mij namelijk opgedragen om wat lokale produkten op de kop te tikken, en dus zoek ik Zeeuwse Bolussen. Vlakbij het mooie kerkje van het dorp vind ik een bakker die de broodjes heeft. Ik was nog van plan om een foto van het kerkje te maken, maar door de vele mensen zie ik daar maar vanaf.

Ik steek de dam bij het Grevelingenmeer over en rijd door Renesse. Hier wordt het pas echt druk. Overal wandelende en fietsende mensen die het tempo er bij mij flink uithalen. Dit kan je natuurlijk verwachten; midden in het hoogseizoen met mooi weer door Zeeland fietsen is vragen om moeilijkheden. Ik wil echter geen moeilijkheden en pas mij zoveel mogelijk aan aan het verkeer. Dat is echter zo af en toe wel moeilijk. Fietsers nemen de hele breedte van de weg en fietsen soms of ze straalbezopen zijn. Als je belt lijkt het soms of ze je horen, maar wanneer je de fietser passeert zwalkt deze ineens naar links en schrikt zich het hubuskulubus als hij mij onder zijn stuur langs ziet komen. Grrrrmbl..

Ik haal de Oosterstelde dam. Als ik op Neeltje Jans wat sta uit te blazen, hoor ik achter mij het bekende kliko-geluid van een velomobiel. Het blijkt de zwarte Quest van Bob Vroegh te zijn. Het is voor ons beiden de eerste keer dat wij een andere Questrijder in het wild tegen komen, en we zijn dan ook alletwee zeer verrast. Bob rijdt in Quest nr 15, en dat is aan de krassen en butsen wel te zien; met recht een krasse Quest. Eind van dit jaar hoopt hij zij nieuwe in ontvangst te mogen nemen. We nemen afscheid en vervolgen ieder ons wegs. Via Noord Beveland ga ik weer op huis aan. Ik heb de oostenwind nu pal tegen. Via de N256 steek ik de Oosterschelde weer over. In het dorpje Oosterland stop ik even om bij een pompstation wat bij te tanken. Ik ben glad door m'n water heen. Binnen koop ik een anderhalve liter fles cola twee zakjes chips en een ijsje. Wat extra calorieën kan ik nu wel gebruiken. Hoewel het warm is, en de oostenwind nog steeds straf waait, houd ik het tempo en de moed erin en passeer ik achtereenvolgens Bruinisse, Oude-Tonge, Numansdorp en Strijen. Daarna ben ik weer op bekend terrein. Rond zeven uur kom ik in Gorinchem aan. 271km gefietst en 2400 kcal verbruikt (dat is dus 1:8,9) :-).

Voor wie de gevolgde route in detail wil bekijken:
Route Zeeland - Widget powered by EveryTrail: GPS Geotagging