Mijn vriendin beheert de website van de Vrienden van Diergaarde Blijdorp. Een uitvloeisel van die werkzaamheden is dat we ook lid zijn geworden van die club. En als gevolg daarvan wonen wij zo af en toe lezingen bij, waarin het wel en wee van de dierentuin en haar bewoners onder de aandacht worden gebracht.
Dit klinkt saai, maar dat is het niet. De directeur van de Diergaarde (Ton Dorresteyn) is een welbespraakt man en hield zo eens een voordracht over het verhogen van het welzijn van de dieren in zijn tuin. Het is algemeen bekend dat die dieren daar niet vrijwillig zitten. Over het algemeen weten de meeste beesten zich prima te vermaken. Maar soms gaat het wel eens mis, en dan worden de dieren kooiziek. Iedereen kent dat beeld wel, zo'n panter die eindeloos voor de tralies van z'n kooi heen en weer loopt te banjeren.
Dit komt omdat zo'n panter geen moer te doen heeft in zo'n kooi, en daar poogt men in dierentuinen wat aan te doen. Het toverwoord hier is: gedragsverrijking. Geef de dieren wat klimgerei, een autoband, laat ze hun voedsel zoeken, verplaats zo af en toe het hele interieur, en ze zullen zich een stuk beter voelen in het dagelijks leven.
Als ik in m'n Quest door een willekeurige stad rijd, voel ik mij soms net een dierentuin directeur. Allemaal mensen die zich met een 'ik moet naar mijn werk hoofd' door de stad verplaatsen. Ze kijken niet op of om, en slapen nog half. Kooiziek bewegen ze zich van huis naar werk, en weer terug. Totdat er zo'n rode sigaar de hoek om komt denderen. Mensen schrikken, er wordt gelachen, gewezen naar een plekjes op voorhoofden. Buurmannen en kinderen worden gewaarschuwd. Auto's houden in, fietsers kijken om. Kortom, consternatie alom.
En zo doet elke velomobilist iets aan de gedragsverrijking van z'n medemens, en bijgevolg zullen ze zich een stuk beter voelen in het dagelijks leven. Toch ?
Een DF is een Velomobiel. Een Velomobiel is een fiets die (vrijwel) geheel overdekt is en op drie (of meer) wielen rijdt.
De mijne is rood en wit en heeft serienummer 283.
19 april 2007
12 april 2007
Da's pech !
Afgelopen woensdag voor het eerst serieuze pech met m’n fiets. ’s Ochtends in alle vroegte vertrokken. Het is nog donker, maar de vogeltjes fluiten hun stembandjes schor. Wanneer ik de stadsgrenzen van Gorinchem passeer blokkeren ineens de trappers van m’n fiets. Verbaasd rol ik de fiets tot stilstand onder de laatste lantarenpaal, voordat de weg het duister induikt.
In het schijnsel van de lichtmast kantel ik m’n fiets in het gras. Ik verwacht dat de ketting tussen het derailleur vast zit, maar helaas, niet dus. Een controle aan het voorblad levert ook al niets op. Ik probeer nog eens wat te trappen, maar na een paar meter loopt de boel weer vast. ^#%&@@#$ !!! denk ik. Er zit niets anders op dan lopend terug te gaan. Dat is ongeveer zeven kilometer. Hollend naast de fiets probeer ik binnen een redelijke tijd weer thuis te komen. Op de laatste honderd meter kom ik er achter dat ik ook kan steppen in een Quest, wanneer ik half op de smurfenmuts ga zitten en een been buitenboord houd. Dat had ik eerder moeten bedenken...
Thuis kleed ik mij om en pak ik de auto, en al piekerend probeer ik achter de oorzaak van het probleem te komen. Ik zet alles in gedachten nog eens op een rijtje:
Ik citeer Ymte:
“Misschien zit de moer die je tandwielen opsluit los, hij kan dat klem tegen de vork gaan lopen. Als hij los zit kunnen de tandwielen zijdelings bewegen. Om hem vast te krijgen moet je het achterwiel uit je fiets halen, freewheel op je naaf plaatsen zodat je hem met het wiel tegen kunt houden. Voor het vastzetten van de moer heb je een speciaal hulpgereedschapje nodig.”Einde citaat.
Ik haal de boel los, en inderdaad, de cassette valt als los gruis tussen de achtervork vandaan. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Nu begrijp ik de symptomen: de afsluitmoer van de tandwielen raakt los en drukt tegen de vork aan, en de boel loopt vast. Wanneer ik met de hand het achterwiel ronddraaide, werd deze moer weer op de cassette gedraaid en kwam de boel weer vrij. Het is koopavond, dus ik hol naar de fietsenwinkel en koop het speciale hulpgereedschapje waar Ymte het over had. Dit stuk gereedschap gaat in het vervolg een vast onderdeel van m’n fietsuitrusting worden !
Snel zet ik voor het donker alles in elkaar. Kennelijk iets te snel, als ik achteruit een helling afrijd gaan de trappers mee.... Hier moet dus nog wat aan gesleuteld worden.
Hieronder een plaatje van de boosdoener, de afdekmoer op de cassette...
PS: Zoals Kees van Malssen al zeer terecht opmerkte in de ligfiets groep: het is normaal dat de trappers meedraaien wanneer de fiets achteruit rijdt. Niets aan de hand dus.
Dom, dom, dom, dom, dom.
In het schijnsel van de lichtmast kantel ik m’n fiets in het gras. Ik verwacht dat de ketting tussen het derailleur vast zit, maar helaas, niet dus. Een controle aan het voorblad levert ook al niets op. Ik probeer nog eens wat te trappen, maar na een paar meter loopt de boel weer vast. ^#%&@@#$ !!! denk ik. Er zit niets anders op dan lopend terug te gaan. Dat is ongeveer zeven kilometer. Hollend naast de fiets probeer ik binnen een redelijke tijd weer thuis te komen. Op de laatste honderd meter kom ik er achter dat ik ook kan steppen in een Quest, wanneer ik half op de smurfenmuts ga zitten en een been buitenboord houd. Dat had ik eerder moeten bedenken...
Thuis kleed ik mij om en pak ik de auto, en al piekerend probeer ik achter de oorzaak van het probleem te komen. Ik zet alles in gedachten nog eens op een rijtje:
- Het gebeurde van het ene op het andere moment, ik was op dat moment niet aan het schakelen.
- De trapas wil niet meer voor- of achteruit
- De ketting rond het derailleur loopt goed
- Bij flink kracht zetten op de trappers voelt het vreemd sponzig aan
(Het achterwiel loopt nog vrij (fiets is te duwen) - Ik heb het niet goed kunnen zien (het was nog donker), maar bij terug trappen (wat dus niet gaat) blijft de ketting strak staan
- Als ik in de fiets zit en een helling afrol, hoor ik een tikkend geluid, ongeveer in de frequentie van het draaien van het achterwiel
Ik citeer Ymte:
“Misschien zit de moer die je tandwielen opsluit los, hij kan dat klem tegen de vork gaan lopen. Als hij los zit kunnen de tandwielen zijdelings bewegen. Om hem vast te krijgen moet je het achterwiel uit je fiets halen, freewheel op je naaf plaatsen zodat je hem met het wiel tegen kunt houden. Voor het vastzetten van de moer heb je een speciaal hulpgereedschapje nodig.”Einde citaat.
Ik haal de boel los, en inderdaad, de cassette valt als los gruis tussen de achtervork vandaan. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Nu begrijp ik de symptomen: de afsluitmoer van de tandwielen raakt los en drukt tegen de vork aan, en de boel loopt vast. Wanneer ik met de hand het achterwiel ronddraaide, werd deze moer weer op de cassette gedraaid en kwam de boel weer vrij. Het is koopavond, dus ik hol naar de fietsenwinkel en koop het speciale hulpgereedschapje waar Ymte het over had. Dit stuk gereedschap gaat in het vervolg een vast onderdeel van m’n fietsuitrusting worden !
Snel zet ik voor het donker alles in elkaar. Kennelijk iets te snel, als ik achteruit een helling afrijd gaan de trappers mee.... Hier moet dus nog wat aan gesleuteld worden.
Hieronder een plaatje van de boosdoener, de afdekmoer op de cassette...
PS: Zoals Kees van Malssen al zeer terecht opmerkte in de ligfiets groep: het is normaal dat de trappers meedraaien wanneer de fiets achteruit rijdt. Niets aan de hand dus.
Dom, dom, dom, dom, dom.
10 april 2007
Ontmoetingen in het donker
Ik rijd de laatste dagen ’s ochtends nog in het donker. Dat levert vaak onverwachte ontmoetingen op. De route tussen Gorinchem en Schoonhoven voert mij over grotendeels onverlicht fietspad. M’n twee koplampen doen dan waar ze voor gemaakt zijn; het fietspad verlichten. Soms verlichten zij ook de obstakels die zich op het fietspad bevinden, takken, hobbels, kuilen, ik zie ze allemaal.
Regelmatig moet ik echter uitwijken voor eenden op mijn weg. Kennelijk vinden ze het prettig om in het stikke donker op het fietspad rond te banjeren, want ze geven meestal geen krimp wanneer ik voorbij rijd. Afgelopen week trof ik een ander dier op de baan aan. Het stond op z’n achterpoten en was gefixeerd op iets dat zich een paar meter verderop in de berm bevond. Ik verwachtte dat het dier op mijn naderen wel weg zou stuiven, maar tot m’n verbazing bleef het zitten...
Op een afstand van 10cm reed ik erlangs. De koplampen streken langs zijn glanzende vacht, en zag ik tot mijn verbazing dat het een marter was. Zijn blik bleef onveranderd gefocust op dat wat zich in de berm afspeelde. Geen idee wat het was, maar het was kennelijk een stuk interessanter dan een drie meter lange rode banaan die met een snelheid van 40km/u op een afstand van 10cm in het stikke donker langs je heen zoeft.......
Regelmatig moet ik echter uitwijken voor eenden op mijn weg. Kennelijk vinden ze het prettig om in het stikke donker op het fietspad rond te banjeren, want ze geven meestal geen krimp wanneer ik voorbij rijd. Afgelopen week trof ik een ander dier op de baan aan. Het stond op z’n achterpoten en was gefixeerd op iets dat zich een paar meter verderop in de berm bevond. Ik verwachtte dat het dier op mijn naderen wel weg zou stuiven, maar tot m’n verbazing bleef het zitten...
Op een afstand van 10cm reed ik erlangs. De koplampen streken langs zijn glanzende vacht, en zag ik tot mijn verbazing dat het een marter was. Zijn blik bleef onveranderd gefocust op dat wat zich in de berm afspeelde. Geen idee wat het was, maar het was kennelijk een stuk interessanter dan een drie meter lange rode banaan die met een snelheid van 40km/u op een afstand van 10cm in het stikke donker langs je heen zoeft.......
Abonneren op:
Posts (Atom)