21 februari 2007

Gemist....

Deze ochtend (woensdag), rond de klok van zeven. Op een kruispunt aan de zuidgrens van Gouda. Signalement: een witte Quest getooid met zwarte vlekken, zoals koeien deze ook dragen. De berijder is amper te zien, alleen een oranje pet steekt boven de schuimkap uit. Ik gebruik mijn nieuwe toeter. Een keer, twee keer. Het stoplicht voor de koeienquest gaat op groen, en de fiets rijdt weg. Ik zwaai nog even vertwijfeld, maar ik word niet gezien.

Bij deze alsnog een goedemorgen, Kees.

20 februari 2007

Op naar Gouda


Sinds een week of drie werk ik in Gouda. Dat is qua fiets afstand een stuk beter te doen dan Nijmegen, en dus kan ik weer wat meer op de fiets naar m’n werk gaan. Nu waren er een aantal factoren die mij nog weerhielden aan deze onderneming te beginnen. Ten eerste het weer, storm, sneeuw en regen, we hebben het allemaal gehad de afgelopen weken. Verder is het ’s ochtends nogal donker, en aangezien de route nieuw voor mij is, zal ik in het duister een weg moeten vinden. Verder ontbrak er nog een prikkel: files. Ik kan gelukkig om 7 uur beginnen, en dan zijn de files nog kort. Wanneer ik om half vier weer huiswaarts keer, is er van opstoppingen ook nog niet echt sprake.

Maar: gelukkig zijn er ook nog een aantal prikkels die mij hebben doen besluiten wél in de fiets te stappen. Ten eerste: Frank van Rijn. Deze wereldfietser kwam ik enkele dagen geleden al tegen op de website van Bas, en het toeval wil dat ik net zijn laatste boek aan het lezen ben. Als ik zo lees over z’n reis door Tibet vind ik mijzelf maar een mietje; ik zit uitwegen te zoeken om niet te hoeven fietsen terwijl die man met zware bepakking bij temperaturen ver onder nul op een hoogte van boven de 5000 meter op z’n trappers staat te duwen.

Frank is in m’n boek net de grens van Nepal over gestoken, en dat was net nadat hij in Tibet zijn hoogte/diepte punt van z’n reis had bereikt. Voor mij een mooi moment om ook maar weer eens in m’n fiets te stappen. Om kwart voor zes gaat de wekker. Jas mee, tas mee, TomTom mee. De vogels fluiten hun eerste voorzichtige noten. Door de stille straten van Gorinchem gaat het, en daarna de polder in, richting Schoonhoven. Het fietspad langs de N216 ligt er in het duister mooi bij. Het ligt alleen iets lager dan de autoweg ernaast, zodat ik flink verblind word door het tegemoet komend verkeer.

De pont naar Schoonhoven ligt al stomend voor mij klaar. De pontbaas kijkt wijfelend naar mijn vervoermiddel en besluit toch maar dat het een fiets is. TomTom loodst mij zonder moeite door Schoonhoven, maar daarna gaat het weer mis. Mijn uitgestippelde route loopt via een fietspad door de polder naar Stolwijk. Maar ome Tom denkt nogal dualistisch op het gebied van fietspaden; ze bestaan wel, men kan er een route op uitstippelen, maar je kan er niet op rijden. Maar dat wil ik nu juist wel. Ik duik het fietspad op en de duisternis in. Ongeveer halverwege stop ik even om de kaart te raadplegen. In de stilte hoor ik vogels roepen. Als ik weer verder fiets besef ik mij dat het kieviten waren. Die zijn wel erg vroeg dit jaar !

Even later bolder ik Gouda in, het verkeer is zo vroeg in de ochtend nagenoeg afwezig, dus ik ben snel door het centrum. Overdag wordt m'n fiets een paar keer bekeken heb ik wat gesprekken met collega's. Het blijkt dat er regelmatig een andere velomobiel bij het gebouw staat, met de kenmerken; wit, en reklame. Geen idee wie dat zou kunnen zijn. Ook wordt er regelmatig in Gouda een witte Quest met koeien-vlekken gezien, waarvan ik de eigenaar aanzienlijk makkelijker kan achterhalen.

's Middags weer terug. Onderweg zie ik regelmatig ooievaars in de weilanden staan, en even later zie ik de eerste lammetjes buiten. Het gaat nu toch echt lente worden geloof ik.